EEN STUKJE VAN DE HEMEL MEEDRAGEN

De ster in jou




ZIE JE HET? Jezelf niet op de voorgrond zetten en dienstbaar zijn. Dat werd in mijn jeugd op school en in de kerk verteld. Iets betekenen voor je naaste, dat was ook wat mijn ouders voorleefden. Toch was daar mijn vader, die zijn kinderen en anderen om hem heen stimuleerde om je niet klein te voelen.

Zelf was hij opgegroeid in de Tweede Wereldoorlog en had al vroeg de verantwoordelijkheid om eten te vinden voor het grote gezin. Als jongen van 13 jaar werd hij afgewezen bij deuren en moest hij zich vaak verstoppen voor de vijand.
In die tijd is zijn verlangen ontstaan om ervoor te zorgen dat hij later aan de armoede en onderdrukking zou ontsnappen. Hij vond dat je veel kon bereiken als je je niet klein voelde. ‘Dat kan jij!’ was zijn lijf­spreuk en daar had je wel wat lef voor nodig.

Mijn zelfvertrouwen is mede daardoor in de loop der jaren toegenomen. Toch bleef mijn motto: eerst de ander en niet al te trots zijn op jezelf. Een aantal jaren geleden las ik dit gedicht van Marianne Williamson (van het boek A Return to Love), waardoor ik op een ander spoor werd gezet.

Stralen
Onze diepste angst is niet dat we onmachtig zouden zijn.
Onze diepste angst betreft juist onze niet te meten kracht.
Niet de duisternis, maar het licht in ons 
is wat we het meeste vrezen.
We vragen onszelf af: 
Wie ben ik om mezelf briljant, schitterend, 
begaafd of geweldig te achten?

Maar, waarom zou je dat niet zijn? 
Je bent een kind van God!
Je dient de wereld niet door jezelf klein te houden.
Er wordt geen licht verspreid, 
als de mensen om je heen hun zekerheid 
ontlenen aan jouw kleinheid.

We zijn bestemd om te stralen zoals kinderen dat doen.
We zijn geboren om de glorie Gods die in ons is, te openbaren.
Die glorie is niet slechts in enkelen, maar in ieder mens aanwezig.

En als we ons licht laten schijnen, schept dat voor de ander 
de mogelijkheid hetzelfde te doen.
Als we van onze diepste angst bevrijd zijn, 
zal alleen al onze nabijheid anderen bevrijden.

Eerst begreep ik dit gedicht niet. Je hebt toch geleerd in de eerste plaats dienstbaar te zijn. Ik realiseerde me dat je mensen om je heen niet helpt door jezelf ‘klein te houden’. Dan mis je zelf de kans om te stralen, maar belemmert het anderen ook.
Vaak sluiten we ons met de Kerstdagen een paar dagen af, met mensen uit eigen kring, gezelligheid en lekker eten. Soms zien we de ster niet eens, zo druk hebben we het om alles perfect voor elkaar te hebben.

Mis de kans niet om te stralen!

Zie je het? De ster boven de stal schittert zo helder! Als je er voor openstaat, kan die schittering en helderheid ons in het hart raken. Het wordt nog mooier als je dit ook uitstraalt naar anderen. Dat zij zien: jij draagt een stukje van de hemel mee.

Die stralende ster boven de kerststal, daar kijken we graag naar uit. Het zet onze somberheid in een lichtglans. De belofte dat de geboorte van dit kindje de wereld zal veranderen. Geen gewoon kind weten we – Jezus Christus is geboren!

Irene de Geus-Haasbroek
KiZ-REDACTEUR