LICHTBRENGERS IN DE BIJBEL

Sterren staan symbool voor hoop




In het oude Nabije Oosten bestond grote aandacht voor alle verschijnselen aan het firmament. De sterren boezemden zowel ontzag als vrees in. In de Bijbel spelen sterren een belangrijke rol. Het zijn scheppingen van God en als hemellichamen dienen ze om tijden en richtingen te bepalen. Ook worden ze gebruikt in beeldspraak en in de symboliek om de relatie tussen God, mens en kosmos te benadrukken.

Naamgeving
Sterren worden in de Bijbel vaak genoemd en met specifieke woorden. Het Oude Testament gebruikt hiervoor de Hebreeuwse woorden kokav (ster) en tsava (leger van sterren).
In het boek Job (hoofdstuk 9:9) lezen we over kiemah, kesiel, mazzarot, ajisj / asj, begrippen waarmee verschillende sterrenbeelden aangeduid worden. Het is lastig om de precieze betekenis van deze benamingen te geven, maar we kunnen denken aan de Pleiaden, Orion, Dierenriem en Beer / Leeuwin. In het boek Koningen staat dat koning Josia van Judia de mazzalot, ‘afgodsbeelden van de dierenriem’, uit de tempel verwijdert (2 Koningen 23:5). Van dit woord mazzal is overigens het Jiddisch ‘mazzel’ afgeleid, dat kennen wij in de betekenis van: voordeel, geluk, winst. In het moderne Hebreeuws betekent mazzal tov ‘wel gefeliciteerd’ en mazzal ra ‘ongeluk’.

Lichtbrenger
In het Nieuwe Testament komen de Griekse termen astèr (ster) en astron (hemellichaam) voor. Het verschil zit wellicht hierin: het eerstgenoemde accentueert de afzonderlijke sterren, het tweede het gesternte als geheel of het sterrenstelsel.
Alleen in 2 Petrus 1:19 verschijnt foosforos, ‘lichtbrenger’ of ‘morgenster’. Ook Openbaring 2:28 en 22:16 spreekt over de morgenster, de astèr in combinatie met prooïnos, ‘morgen-‘.

Lofprijzing
Sterren verlichten de nacht en markeren de tijdsperioden. Ze helpen reizigers bij het bepalen van hun koers. In de Bijbel worden sterren gezien als schepselen die door God worden bestuurd. Dit in tegenstelling tot andere volkeren, die sterren vaak als goden vereerden.
Mensen hoeven niet voor de hemel­lichamen te buigen, want alles wat verschijnt aan de hemelboog heeft God geschapen. Alleen voor Hem zal de mens knielen.
De hemel bij nacht brengt de mens tot lofprijzing voor Hem die dit alles heeft bedacht en geformeerd. De sterren zijn als personen, die juichen voor de Heer en Hem loven (Psalm 148:3; Job 38:7). Dat doen zij door te zijn waartoe de Schepper hen heeft gemaakt: licht geven.

Duistere keerzijde
De aarde heeft het licht van hemellichamen nodig. Zonder dat licht wordt het leven op aarde bedreigd, dat is de keerzijde. De orde van de schepping wordt rampzalig verstoord op de dag dat sterren geen licht meer uitstralen. Chaos, dood en verderf zullen het gevolg zijn.
Duistere sterren staan voor oordeel, lees de profetieën van Jesaja (hoofdstuk 13:10 en 34:4) en Ezechiël (32:7-8). Ook op de Dag van de Heer – de eindtijd – zal het licht van de sterren verdwijnen, volgens de evangelisten Matteüs, Marcus, Lucas en ook in Openbaring lees je dit.
Het zijn beelden die op huiveringwekkende wijze de crisis duiden die aan de vernieuwing van mens en wereld voorafgaat.

Sterren tellen
Meer dan eens gebruikt de Bijbel de ontelbaarheid van het aantal sterren als beeld voor groei, grootheid en verhevenheid. Het beeld wordt vooral toegepast op het volk Israël. Het staat voor de talrijkheid en grootsheid van het volk. Een beeld dat aan Abraham werd gegeven als belofte.
God nodigt Abram uit de sterren aan de hemel te tellen (Genesis 15:5). Het lukt hem niet. Alleen God zelf kent het aantal (Psalm 147:4). Welnu, zó talrijk zal Abrahams nageslacht worden! We mogen deze beeldspraak opvatten als een hart onder de riem voor Abram zonder kinderen, voor Israël dat in zijn bestaan bedreigd wordt.

Hoop en bevrijding
Sterren symboliseren belangrijke personen, zoals koningen en profeten, en ook worden ze figuurlijk gebruikt om gelovigen en dwaalleraars te typeren.
Vol ironie stelt de profeet Jesaja, in een lied gericht tot de grote mogendheid Babel, de machteloosheid van sterrenwichelaars en aanbidders van hemellichamen aan de orde. Van hen valt geen bevrijding te verwachten, die komt louter en alleen van de Heer (Jesaja 47:12-13). Israëls weg wordt niet bepaald door hemellichamen, maar Israëls heden en toekomst liggen in de handen van de Heer. Zo wordt het volk bevrijd van angst voor die onbekende machten die opjagen en bang maken.

Sterren staan symbool voor Gods macht, grootheid en de hoop voor het volk Israël. En in hen álle volken, zoals aan Abraham beloofd die een ‘vader van vele volken’ wordt genoemd. De komst van de Messias is daar hét voorbeeld van.
De Ster van Bethlehem, die de wijzen uit het Oosten gidste en naar de geboorteplaats van Jezus Christus leidde. Die hoop doet leven en laat rechtvaardigen zoals de profeet Daniël (12:3) aankondigt, ‘stralen als de sterren, voor eeuwig en altijd’.

Bron: theologie.nl

• Jan Blankespoor

Schilderij: Vincent van Gogh, ‘Sterrennacht boven de Rhône’, 1888, Musée d’Orsay, Parijs