HANDELINGEN 2

De Pinksterpreek van Petrus






Er gebeurt iets wonderlijks, vijftig dagen na Pasen, als heel de stad Jeruzalem weer volgestroomd is met mensen overal vandaan. Ze vieren het Wekenfeest, het feest van de Tien Woorden die God ooit op de berg Sinaï heeft gegeven. Opnieuw komt op deze dag de hemel naar de aarde toe.

Er is het overweldigende geluid van een harde wind en er dansen vuurtongen op de hoofden van Jezus’ leerlingen, die in een opperkamer in de buurt van de tempel bij elkaar zitten. Mensen stromen toe om te zien wat dat is. Daarop komt Petrus naar buiten, samen met de anderen. Als hij zijn mond opendoet, luistert iedereen. Mensen zijn verbaasd, omdat ze alles in hun eigen taal horen, waar ze ook vandaan komen. Mensen raken ook in de war, want de preek die Petrus afsteekt liegt er niet om.

‘Ik wil dat jullie de wereld intrekken en de mensen het goede nieuws over mij vertellen.‘

‘Mensen, wat er nu aan de hand is, is precies wat de profeet Joël gezegd heeft. Gods Heilige Geest komt met stormwind en vurige vlammen en wie de naam van de Here aanroept, wordt gered.’ Petrus zegt letterlijk: jeshua – ‘redding’ in het Hebreeuws. ‘Deze redding is door God gezonden in Jezus van Nazaret. Hem hebben jullie uitgeleverd en laten doden, maar God heeft Hem tot leven gewekt. De dood kon Hem niet vasthouden. Ook de grote koning David zong ervan in Psalm 16: ‘U levert mij niet over aan het dodenrijk, U wijst mij de weg ten leven.’
Het gaat niet om David, het gaat om Jezus. God laat Hem naar voren treden, Jezus staat centraal in de gave van de Heilige Geest, God heeft Hem tot Redder en Messias gesteld. Dat is wat jullie moeten weten!’

God staat niet in het middelpunt,
Hij is de initiatiefnemer.
De Geest staat niet in het middelpunt,
Hij is de gave.
Jezus Christus staat in het middelpunt.

Petrus duidt het hier en nu met wat eerder voorzegd is. Hij betuigt met klem dat de Schrift laat zien dat God vandáág handelt. Het effect van Petrus’ Pinksterpreek is eerst grote ontreddering. Joden die zo bij de Schriften leven, hebben wel het Pesachfeest gevierd, maar de kern van Jezus’ Paas-gang niet meegemaakt. Tegenover Jezus waren ze verhard en riepen massaal: ‘Kruisig Hem!’ Tegenover Petrus zijn ze verbijsterd en roepen: ‘Wat moeten wij doen?’
Zo is de reactie van een mens die door het Evangelie geraakt wordt. Dit is het werk van de Heilige Geest. Die laat een mens niet wanhopen, maar de armen uitstrekken naar de reddingsboei die God heeft uitgeworpen.

‘Here, geef ons de kracht om vrijmoedig het goede nieuws van Jezus Christus bekend te maken.‘

Het is op de Pinksterdag weer Pasen geworden, het is ook de achtste Paaszondag. Opnieuw wordt nadrukkelijk de opstanding van Christus verkondigd: ‘Jezus leeft, Hij is Redder. Kom tot inkeer, verander uw leven. Ieder die de naam van de Heer aanroept, wordt behouden.’

ds. Kees Wesdorp en Marieke van der Giessen-van Velzen


Wat altijd is geweest
Lied van vandaag en morgen

Wat altijd is geweest,
het waaien van de Geest
gebeurt aan ons vandaag.
Dat vuur van het begin,
wij ademen het in,
Gods woord dat antwoord vraagt.

Die in de stilte sprak
het noodlot onderbrak
en baande nieuwe wegen,
Hij is nog niet verstomd,
Hij zoekt naar ons,
Hij komt in mens na mens ons tegen.

Hij geeft een nieuw gezicht
aan duisternis en licht,
aan alles wat wij deden.
Hij maakt zijn woorden waar,
wij spreken met elkaar
een taal van hoop en vrede.


Uit Lied 689, Liedboek 2013
Tekst: Huub Oosterhuis
Melodie: Bernard Huijbers